Chakra’s zijn als draaiende wervelingen, het zijn poorten tussen onze materiële en spirituele wereld. De zeven chakra’s hebben hun plaats in het fysieke lichaam in die gebieden waarin de belangrijkste zenuwknopen voorkomen. De chakra’s lopen van de onderkant van de ruggengraat tot de bovenkant van de kruin, ze bewegen zich voortdurend in cirkels. Aan die eigenschap danken ze de benaming, chakra betekent in het Sanskriet 'wiel'. In elk energiecentrum zijn alle kleurtrillingen aanwezig; altijd echter domineert een bepaalde kleur, namelijk die welke met de hoofdzaak van de chakra in kwestie correspondeert.

Verstoringen in de energiehuishouding van het lichaam, met als gevolg dat men altijd vermoeid is, of slecht functionerende organen heeft, zijn vaak het gevolg van energieblokkades of onevenwichtigheden in het chakrasysteem. Samen met iemands spirituele ontwikkeling en het lichamelijke welzijn worden de chakra’s groter en neemt hun trillingsfrequentie toe. Ook hun kleuren worden helderder en winnen aan kracht.